De mol
En nee, het gaat hier niet over het televisieprogramma van Gilles De Coster...
Het getal van Avogadro
Een vleugje geschiedenis...
Lorenzo Romano Amedeo Carlo Avogadro di Quaregna a Cerreto werd in Turijn geboren op 9 augustus 1776. Hij was een briljant student en hij studeerde af in kerkrecht. Avogadro was een Italiaans natuur -en scheikundige. Daarna begon deze 20-jarige aan een studie natuurkunde en wiskunde. Deze meneer deed een aantal belangrijke ontdekking maar hij publiceerde de meeste experimenten gewoon niet. Hij werd wel wereldberoemd met de naar hem genoemde constante van Avogadro. Hij overleed op 9 juli 1856.
Eén van zijn ontdekkingen werd dus de constante van Avogadro genoemd.
Wat Avogadro ontdekte wordt in de onderstaande afbeelding weergegeven. Leg zeker je periodiek systeem erbij om de relatieve atoommassa en de relatieve molecuulmassa te achterhalen.
Besluit:
Als je evenveel gram neemt van een stof dan de relatieve atoommassa of de relatieve molecuulmassa, dan heb je altijd eenzelfde aantal atomen of moleculen.
Dit getal worden de constante van Avogadro genoemd. En dit aantal atomen of moleculen van stof wordt één mol stof genoemd.
Hoe kunnen we nu de massa's bepalen van de stoffen die we nodig hebben en de massa's van de stoffen die gevormd worden?
We kunnen de massa van 1 mol deeltjes stof in het periodiek systeem der elementen terugvinden.
We bekijken enkele voorbeelden om dit principe te illustreren.
- de massa van 1 mol koolstofdioxide: m = (2 . 16,0 + 1 . 12,0) g = 44,0 g --> 1 mol koolstofdioxide heeft een massa van 44,0 g
de massa van 1 mol natriumchloride: m = (23,00 + 35,45) g = 58,45 g --> 1 mol natriumchloride heeft een massa van 58,45 g
de massa van 1 mol calciumoxide: m = (40,08 + 16,00) g = 56,08 g --> 1 mol calciumoxide heeft een massa van 56,08 g
De molmassa (M)
Hoe kan je gemakkelijk de massa bepalen van 30 zakjes tennisballen? Zijn er verschillende manieren om de massa van 30 zakjes tennisballen te bepalen?
De begrippen mol en molmassa zijn 2 zeer belangrijke begrippen in het laboratorium. Met deze begrippen kunnen we gemakkelijk het aantal deeljtes van een stof bepalen bij een gegeven massa en omgekeerd.
Hieronder vinden jullie oefeningen omtrent de relatieve molecuulmassa en de molmassa. Deze eerste oefening (eerste Educaplay) bepaalt welke andere oefening je nog maakt! Je maakt de eerste Educaplay.
Ben je niet geslaagd (minder dan 50%) op de eerste Educaplay? Dan maak je de 2e Educaplay.
Ben je wel geslaagd (50% of meer) op de eerste Educaplay? Dan maak je de 3e Educaplay.
Veel oefenplezier!
1) https://www.educaplay.com/learning-resources/5577156-molmassa.html
2) https://www.educaplay.com/learning-resources/5603952-molmassa_nv1.html
3) https://www.educaplay.com/learning-resources/5604628-molmassa_nv2.html
Hieronder vinden jullie nog oefeningen omtrent molmassa, massa en stofhoeveelheid. Je drukt hieronder het PDF-document af en je maakt deze oefeningen op het afgedrukte werkblad. De correctiesleutel van deze oefeningen krijgen jullie op een bepaalde voorwaarde. Je stuurt een foto (zo duidelijk mogelijk) via mail naar de leerkracht. Je zet deze foto onder bijlagen in de mail. Hieronder kunnen jullie een mail opstellen en verzenden naar de leerkracht. Sommige browsers ondervinden problemen bij het versturen van dit soort mails. Je mag ook altijd een mail sturen via ons online platform (Smartschool). Op deze manier krijgen jullie de correctiesleutel ter beschikking. Je krijgt dan ook meteen feedback bij mijn mail. Op deze manier kan ik jou persoonlijk bijsturen waar het nodig is! Het kan ook zijn dat ik jou nadien nog bepaalde oefeningen laat maken in de cursus die jouw leerproces zullen bevorderen. Of misschien krijg je nog wel enkele uitdagingen voorgeschoteld...
Heb je nog vragen over dit deel? Dan mag je deze ook toevoegen in jouw mail! Veel oefenplezier!
Het verband tussen het volume van een gas en de stofhoeveelheid in mol
Het volume dat ingenomen wordt door een gas is afhankelijk van 2 bepaalde zaken. De afhankelijke factoren zijn temperatuur en druk.
We bekijken een bepaalde situatie:
We werken bij normale omstandigheden (20 °C en 1013 hPa). Hierbij neemt één mol gas telkens hetzelfde volume in. Dit ingenomen volume bedraagt 22,4 liter of 22,4 kubieke decimeter.
Hier zien jullie de verbanden tussen de verschillende grootheden! Dit schema zal ook belangrijk zijn tijdens het maken van oefeningen!
Tijd om deze zaken verder in te oefenen! Klik hieronder op de sneltoets!